Maak het zoete korstdeeg:

Zeef de bloem, poedersuiker en zout en doe in een grote kom. Meng de boter met de vingertoppen met de droge ingrediënten tot het mengsel op middelgrote broodkruimels lijkt. Voeg de eidooiers toe en meng het deeg door elkaar. Bewerk het deeg op dit moment niet te veel. Verpak het deeg in aluminiumfolie en leg het 30 minuten in de koelkast.

De taart maken:

Laat het deeg goed afkoelen. Rol deze daarna uit tussen twee vellen bakpapier tot het een dikte heeft van ongeveer 5 mm. Laat 20 minuten afkoelen. Snijd nu de repen uit het deeg voor bovenop de taart. Gebruik tien repen deeg van 2 bij 28 cm voor het rasterwerkje. Laat de repen minimaal 30 minuten in de koelkast afkoelen. Het is belangrijk om het deeg na elke stap steeds af te koelen. Dan blijft het deeg soepel en is dit makkelijker te verwerken, het zorgt ook voor een beter bakresultaat.

Leg de kersen in de skillet van 26 cm uit de Signature-collectie van Le Creuset en voeg er de suiker, vanille en citroen aan toe. Breng aan de kook. Zet het vuur laag en laat het geheel doorkoken tot de kersen zacht zijn. Haal de kersen uit het kookvocht en laat het vocht inkoken tot een lichte siroop. Leg de kersen terug in het vocht en zet het vuur uit. Zet de skillet in de koelkast tot hij goed is afgekoeld. Dat is belangrijk omdat het deeg anders smelt als deze op de taart wordt gelegd.

Leg de afgekoelde deegrepen in een raster over de kersen heen, wanneer de kersen en de skillet zijn afgekoeld. Bestrijk met ei en strooi er basterdsuiker over. Laat de taart weer 15 minuten afkoelen.

Bak de taart 20-30 minuten op 180°C tot het deeg een goudbruine kleur heeft en de kersen kokendheet zijn. Warm serveren met crème fraîche of vanille-ijs.